#gekindekop200
“als het kan, dan moet het” is de naam van een prachtige documentaire over natuurijs liefhebbers. De titel en ook de sfeer in die documentaire roepen bij mij veel herkenning op. Als er ijs ligt moet ik er alles uit halen wat er in zit. Zo vroeg mogelijk het ijs op, zo lang mogelijk er op blijven en zo hard mogelijk genieten!
Ik had al een week of twee voorpret dankzij weerduiders als de wintersportweerman, die al vroeg mooie weerkaarten lieten zien. En in dat prille stadium ben ik meteen een weddenschap aangegaan met mijn zoon om een appeltaart dat we 4 ijsdagen op rij zouden krijgen. Glansrijk gewonnen!
Dinsdag voor het eerst het ijs op in de Wieden, met prikstok, touw, rugzak met droge kleding. Wat kwamen we al ver! Wat was er slecht ijs! Nog even gebabbeld met Erben Wennemars die onder de indruk was van onze ijsmeetprikstok (voormalige schoffel)
De afgelopen week elke dag het ijs op, pionieren, verbindingsstukken checken. Al snel kwam het plan op om samen met mijn zoon Jonatan op zondag onze finale te rijden over 200km. En zoals dat vaak gaat bij mij: ik gun anderen ook een mooi avontuur: de hastag #gekindekop200 was geboren. Klein beetje ruchtbaarheid en 2 anderen meldden zich om mee te doen!
6:00u op het ijs op het kanaal Steenwijk – Ossenzijl, hoofdlampje open gaan. Al redelijk vlot reed ik achteraan en stelde ik me in op 200km solo. Ik besloot er van te genieten. Fantastisch om in het donker te schaatsen in het licht van mijn lampje, de geluiden van mijn schaatsen op het ijs en later het morgenrood. Af en toe bij een kluunplek een glimp van de anderen. Elzo reed net iets voor me uit en miste een afslag, maar kwam me later weer achterop.
Hoogtepunt van de ochtend: Na het smalle slootje bij Nederland kom je eerst op prachtig ijs en later op de Roomsloot waar deze dagen alle vogels van de Weerribben en Wieden zo’n beetje bij elkaar verzameld waren. Dat mijn medestrijders voor mij reden zag ik aan de honderden vogels die met veel kabaal opvlogen in het prachtige ochtendrood. Op het moment dat ze net weer rustig in het wak zaten kwam ik voorbij en vlogen ze op nieuw op. Wat een geluid! Waanzinnige ervaring!
Bij het klunen onder de brug onder N333, de verbinding van de Weerribben naar de Wiedenm kwam Elzo mij achterop en Jonatan en Timo ons tegemoet, de laatste 2 hadden alvast een extra rondje naar Blokzijl gemaakt. Een welkome verrassing geen 200km solo. In dit mooie viertal een mooie ronde door de Wieden gemaakt, waar Elzo in Belt-Schutsloot wilde wachten op een bekende met chocolademelk en wij als drietal inmiddels doorreden.
Ik kan het verhaal hier gerust wat inkorten: de eerste 110km waren puur genieten! Beetje saai om daar veel woorden aan vuil te maken 😉
Na een eerste stop bij onze tassen met z’n 3en kop over kop tegen de wind in richting Steenwijk: prachtig samenwerken. Bij Steenwijk kwamen we Elzo nog tegen, waar we afscheid van namen. Hij was hard gevallen en vond het wel genoeg vandaag. Na 115km en een prachtige dag hield hij het voor gezien.
Na het afscheid van Elzo gedrieën verder van Steenwijk naar Scheerwolde over het Steenwijkerdiep, hier had ik nog nooit geschaatst! Wat een bijzondere winter is dit!
Na de hele week te hebben gepionierd op dun ijs, was het vandaag dan eindelijk tijd voor een nat pak! op km 140 (gok) probeerde ik iets te druistig wat kistwerk op de Beulakerwiede te passeren en lag ik languit in het water. Gelukkig had ik in mijn tas een handdoek, een extra broek, droge sokken en een donsjas. Onder de indruk van Jonatan die erg adequaat handelde, ik genoot gewoon van zijn directieve aanwijzingen. Snel weer op pad om warm te worden!
Zo’n nat pak hakt er qua energie flink in. Hoewel ik al vlot (op mijn handen na) weer warm genoeg was. Ook het feit dat de andere 2 mannen een hoger en makkelijk basistempo hebben dan mij en ik daarom vaak moest harken om bij hun aan te sluiten en uit de wind te kunnen rijden, maakte dat het beste er wel af was bij mij na 150km. Ik besloot de twee te laten gaan.
De laatste 50km solo waren een kleine lijdensweg: mijn lichaam was op, moe! Zelfs met wind mee ging het niet hard meer, wind tegen was een hel. Toen ik weer bij de tassen aankwam ontmoette ik daar Timo die nog 10km te gaan had, terwijl ik nog 25 km moest. Toen we samen op pad gingen voor onze finale kwam Jonatan ons tegemoet die de 200km er zo goed als op had zitten!
Wat een geluk dat ik nog 5 km bij Timo in de rug kon schaatsen (al ging dat met moeite). Dank Timo! En terwijl Timo omdraaide om zijn 200 vol te maken reed ik nog 5 km door naar hartje Steenwijk tegen de wind in, om daar om te draaien. Vanaf nu alleen nog wind mee!
Mijn vrouw en dochter stonden mij in de schemering op te wachten. Wat heerlijk om ze te zien. Ik moest hen en mezelf helaas teleurstellen: ik moest nog 5km om mijn 200km vol te maken. Wat een geluk dat ze daar stonden! Mijn vingers kon ik niet meer bewegen. Met hulp van mijn familie snel een extra jas aan, hoofdlampje op en gaan! De laatste kilometers naar Ossenzijl zoals ik gestart was: in het donker en in euforische toestand. Vanmorgen nog vol verwachting en nu in volle tevredenheid.
Omdat mijn vingers het nog steeds niet deden ben ik met schaatsen en al in de auto gestapt. Wat een dag, wat een week, wat een winter! Hulde aan mijn schaatsmaten Elzo, Timo en Jonatan. Bedankt mede-strijders!